1header_hansvervoort.jpg - Hans Warren - Geheim dagboek (5e deel: 1954-1955) (1985)

Welkom op de website van Hans Vervoort

Hans Warren - Geheim dagboek (5e deel: 1954-1955) (1985)

Recensie van Hans Vervoort in NRC Handelsblad (15-11-1985)

 

 

 

ingrediënten voor een roman

 


Het vijfde deel van Hans Warrens Geheim Dagboek bestrijkt de jaren 1954-1955. De schrijver is 33 jaar oud, begint wat naam te maken als dichter, maar het kaal worden en het vervallen van het gebit leidt tot somber gepeins over het leven: "Mogelijkheden heb ik wel maar tot nu toe heb ik ze niet gebruikt. Artiest spelen, niet artiest zijn. Een vage gevoeligheid en een zeker talent zijn onvoldoende om een groot schrijver te maken. Daarvoor moet je een sterke persoonlijkheid zijn en dat ben ik niet. Ik mis greep op het leven en op de medemens."

Met zijn Engelse vrouw Mabel woont hij in Nanterre, bij Parijs, waar hij zijn tijd vooral kwijtraakt aan affaires met Arabische jongens uit de Pigalle - zelfkant. Hun aanwezigheid in het appartement verhevigt de voortdurende crisis waaruit zijn huwelijk langzamerhand bestaat.
Habib, Saïd, Rabah, ze gebruiken hem en hij gebruikt hen: "Pigalle met zijn oosterse jongens, hagen, straatslijperij, zelfkantleven, heeft zo'n belangrijke invloed op mij dat ik ook een gebrandschilderd raam in een gotische kerk, een portret van Giorgione, een partita van Bach niet volledig beleven kan zonder dat. Zonder die component mist alles een dimensie." Bij Rabah, die via Warren eigenlijk uit is op Mabel komt het tot een explosie. "Toen liet Rabah zich gaan. Dit was de gelegenheid 'om in de krant te komen'. Hij zou er met plezier een jaar voor opdraaien in de Santé, zei hij triomfantelijk. Hij ging naar de keuken en kwam terug met een mes."

Warren vlucht en houdt de zelfkant lange tijd voor gezien. Het huwelijk lijkt weer voor enige tijd gered en de geboorte van een dochtertje roept een ongekend vadergevoel wakker. Maar toch is rust niets voor hem, want zonder verliefdheid valt niet te leven en in maart 1955 overpeinst hij alweer: "Ik zal er verstandig aan doen, nu de lente gaat komen, een voorzichtige vriendschap te sluiten met een mooie Arabische jongen uit het Quartair Latin. Ik zal beter uitkijken na mijn slechte ervaringen van vorig jaar, maar ik houd het niet meer uit zonder vriend."

Al vaker is geschreven dat Warrens dagboeken een hoge stilistische kwaliteit hebben en toch (ondanks het redigeren dat mogelijk later heeft plaatsgehad) de frisheid van ter plekke gemaakte notities. De merkwaardige charme van een dagboek berust er vooral op dat de schrijver rondwandelt in een verhaal waarvan hij het verdere verloop nog niet kent en dat hij ook niet besturen kan. De ik neemt besluiten die hij de volgende dag weer even gemakkelijk herroept, doet veronderstellingen over personages die later in het geheel niet blijken te kloppen, meldt dat een jongen hem niets doet (te grote oren) om een dag later ineens hevig verliefd te raken. Kortom de totale chaos, gebrek aan inzicht en overmaat van toevalligheden waaruit elk mensenleven bestaat.

Warren is zelf voortdurend bezig met de literaire zin van het dagboek en schrijft er in dit deel over. "Een dagboek zou alle andere boeken overbodig moeten maken, alle genres in zich verenigen. 'Mon coeur mis à nu.' Daardoor kan de lectuur van dagboeken zo'n genot zijn, men ontmoet er de mensen in zoals ze zijn, in hun kleinheden, hun twijfels. Hun zielsgebreken zijn er niet bemanteld door het rijke gewaad van de grote kunst. Je bent in direct contact. Het komt het dichtst bij een persoonlijke ontmoeting."

Dat is waar, maar tegelijk ook het grootste bezwaar. Ik merkte vooral in dit deel dat het me soms begon te vervelen om personages die eigenlijk al afgeschreven waren, telkens te zien terugkeren, als was het alleen maar om een achtergebleven kledingstuk op te halen. Terwijl de relatie met Mabel eigenlijk al afgelopen is, wordt die in dit dagboekdeel toch telkens opnieuw provisorisch hersteld. Vermoedelijk ben je als lezer van romans eraan gewend geraakt dat er in de vertelde geschiedenis een ontwikkeling zit, dat de personages een duidelijk en beschrijfbaar karakter hebben en dat er een overheersend probleem is dat die personages verbindt.

Het dagboek bevat alle ingrediënten voor zo'n roman (de driehoeksverhoudingen waarin Warren automatisch belandt en die zijn huwelijk slopen), maar in dagboekvorm krijgt het een heel andere uitwerking. Warren heeft als deelnemend personage géén inzicht in wat Mabel voelt en denkt, ze komt als karakter nauwelijks uit de verf. En ondanks zijn eerlijkheid komt hij ook in zijn zelf-analyse niet veel verder dan een directe reactie op recente gebeurtenissen.

Daarin ligt heel duidelijk de beperking van het gepubliceerde dagboek. Als weergave van de directe werkelijkheid, het struikelend voortleven van mensen, is het veruit superieur aan de roman. Maar als het gaat om het beschrijven van karakters en de essentie van een conflict, is de roman (hoe hypothetisch ook van opzet, want wie weet hoe mensen in elkaar zitten?) toch weer heel wat beter dan de dagboekvorm.