Irwan Droog - Het huis aan het einde (2022)
Het paradijs heet voortaan Selvear
Bij de term ‘idyllisch’ zal men niet gauw denken aan een Noors Pooleiland. Toch lukt het redacteur, vertaler en fotograaf Irwan Droog om de lezers van Het huis aan het einde het eiland Selvaer te laten zien als een idyllische plek. Want dat is het voor hem heel duidelijk geweest tijdens zijn verblijf van een half jaar in 2021. Droog kende Noorwegen al van eerdere bezoeken: ‘Elk bezoek aan Noorwegen is overweldigend: de immense bergen, diepe ravijnen, rotsen, bossen, kolkende watervallen en wild stromende glasheldere rivieren maken elke keer opnieuw indruk. Alles in Nederland lijkt door anderen op maat gemaakt, op mijn maat, waardoor ik soms geen idee meer lijk te hebben van hoe de wereld er ook alweer eigenlijk uitziet. Zet me in Noorwegen neer en ik weet het weer: de wereld is enorm, wild, ruw en spectaculair. Daar zijn is een verademing, een bevrijding.’
Onthaasting niet nodig
Hij vat met zijn vriendin Kim het plan op om een tijdlang in Noorwegen te gaan wonen. Vooralsnog niet voorgoed, maar wie weet. Zijn werk als redacteur en vertaler kan hij dankzij internet meenemen, dat is dus geen probleem. Ze kiezen voor een klein eiland, Selvaer, dat iets ten noorden van de poolcirkel ligt. Het telt nog geen vijftig inwoners, je kunt het in een half uur rondlopen. En het bestaat van de visserij, wat voor veganist Irwan eigenlijk geen aanbeveling is. Maar hij is er al eens op proef geweest en heeft daar de rust gevonden die hem in Nederland niet meer gegeven was. En zo trekken Kim en hij midden in de corona-pandemie naar het Noorse eiland en komen in een wereld terecht waar onthaasting niet nodig is omdat haast er niet bestaat. Het leven gaat er zijn dagelijkse gangetje, de mensen zijn gastvrij en lopen ook makkelijk elkaars huis binnen voor een kop koffie of om een stuk gereedschap te lenen.
Vreemden worden hartelijk ontvangen en meteen in de gemeenschap opgenomen. Dat komt – merkt Irwan – ook omdat iedereen op Selvaer er zich van bewust is dat de bevolking van eiland aan het verouderen is, en dat er nieuw bloed binnen gehaald moet worden. De school is bij gebrek aan kinderen al lang gesloten en het eiland heeft eigenlijk geen werk te bieden, behalve voor de enkele visser die er nog is. Dus probeert men al enige tijd Nederlanders naar Selvaer te lokken. Want Nederland heeft veel mensen en weinig ruimte, terwijl hier veel ruimte is en weinig mensen. En er is enig succes want behalve Irwan en Kim die hun eigen werk mee brengen is er nu ook Thijs die probeert met zijn vrouw Marlieke een oude boerderij nieuw leven in te blazen.
Noorderlicht
Met Irwan, Kim en Zorro, hun Spaanse zwerfhond beleven we de koude witte winter van Selvaer, de lente die bijna ongemerkt komt totdat hij ineens een bloemetje uit de grond ziet steken, de start van de zomer waarbij de zon steeds langer schijnt totdat hij maar een uurtje ondergaat alvorens weer op te komen. We beleven het wonder van het Noorderlicht en de komst van ganzen en eidereenden die het eiland gebruiken om hun eieren te leggen en uit te broeden. En in de loop van het verhaal leren we bijna alle bewoners van het eiland kennen, elk met zijn of haar eigen verhaal. Zoals de oude vrouw Gerd, de enige en vermoedelijk laatste persoon die van het dons dat eidereenden achterlaten in hun nesten een deken kan maken. Ze zit daarvoor maandenlang in een schuurtje heel voorzichtig al het vuil uit dat dons te halen voordat het tot deken geweven kan worden. Een deken zó licht dat het een wonder is dat hij kan bestaan.
Weg of thuis
Ondanks hun gelukkige bestaan op Selvaer besluiten Irwan en Kim om na een half jaar weer terug te keren naar Nederland. Ze zijn er niet uit of dat tijdelijk zal zijn of dat ze uiteindelijk toch zullen kiezen voor een permanent verblijf op Selvaer. Het is lastig. Irwan wordt ‘heen en weer geslingerd tussen het verlangen naar een rustig, afgelegen bestaan in een kleine warme gemeenschap, zoals op dit eiland, en vlagen heimwee naar Amsterdam, waar je anoniem kunt zijn, opgaan in de massa waar zich honderdduizenden mensen in een straal van enkele kilometers bevinden.’ Een Noors spreekwoord luidt: Borte bra, men hjemme best (weg zijn is goed, maar thuis zijn het beste).
Irwan realiseert zich na een half jaar Selvaer: ‘Waar ik eigenlijk achter probeer te komen: ben ik weg, of ben ik thuis?’ Het werd in juli 2021 dus weer Amsterdam, al blijft Selvaer vermoedelijk lonken. Irwan Droog schreef met Het huis aan het einde een mooi reis-en-verblijf-verhaal in een soepele stijl en met treffende beschrijvingen van natuur, mensen en dieren. Als lezer vraag je je wel eens af of hem nu echt helemaal niets tegenviel tijdens het verblijf op dit eiland, want hij heeft uitsluitend goede ervaringen te melden. Maar uiteindelijk zal elke lezer zich gewonnen geven: het paradijs, dat heet voortaan Selvaer.
(Deze recensie is verschenen op de website van Literair Nederland, 20 april 2022)