1header_hansvervoort.jpg - K. Schippers - Nu je het zegt (2021)

Welkom op de website van Hans Vervoort

K. Schippers - Nu je het zegt (2021)

 

Een literaire dwaaltocht

 

'Het is inderdaad een buitengewoon klein mannetje en hij zou beter op zijn plaats zijn in het Théâtre des Variétés”. “Zonder enige twijfel”, antwoordde ik werktuiglijk en ik liep zo te dromen dat ik op het eerste ogenblik niet besefte, hoe wonderlijk precies die opmerking van mijn vriend in mijn gedachtegang paste.’ Dit is een citaat uit het verhaal ‘De moorden in de Rue Morgue’ van Edgar Allan Poe. De ik-persoon en een vriend maken een wandeling en als de ik in gedachten verzinkt zwijgen ze een tijdlang allebei. Dan zegt de vriend ineens de hierboven geciteerde zin, die precies aansluit bij wat de ik-persoon op dat moment denkt over een acteur. Het blijkt dat de vriend de omstandigheden die zich tijdens hun wandeling voordoen en de signalen die de ik-figuur onbewust afgeeft, in een sluitend verhaal kon passen dat de gedachtegang van zijn vriend precies weergeeft.

Dit verhaal van Edgar Alle Poe was het eerste waarin het idee van het kunnen volgen van iemands gedachtestroom werd gebruikt en Arthur Conan Doyle’s Sherlock Holmes-verhalen zouden mogelijk niet geschreven zijn zonder deze voorganger.

 

Gedachtegangen volgen

In Nu je het zegt, dat vanwege zijn leeftijd en lichamelijk conditie werd aangekondigd als zijn laatste ‘roman’, geeft K. Schippers de lezer de kans om zijn gedachtegangen te volgen tijdens een zoektocht in Londen. ‘Daar hoop ik voor een verhaal het vroegere huis van de Duitse schrijver Agust Bolte te vinden, naar Londen gevlucht, in het begin van de oorlog’. Schippers maakt het de lezer niet makkelijk, want in één opzicht had Edgar Allan Poe ongelijk: gedachtegangen volgen niet één logische lijn, maar kunnen onderweg dubbele sporen ontwikkelen en maken gebruik van beelden uit het geheugen van de denker, die de lezer vaak niet zal kennen en dus ook niet zal herkennen.

Schippers zoektocht is dan ook vooral een literaire dwaaltocht met voor de lezer geregeld herkenningspunten, maar vaak ook niet. Een citaat: ‘Het station ligt nog net zo ver van het strand als in de negentiende eeuw. Zeelucht, zout op je hand als je eraan likt. Weggetjes, voren in het veld, strepen in kleur op eiken en berken. Rood tien mijl, geel en groen doen het bedeesder, komen niet eens tot vijf. Wat doet het ertoe, geen boswandeling. Het gezichtspunt van kinderen zoeken.’

 

Spelen met taal

De Duitse schrijver August Bolte naar wiens Londense adres Schippers op zoek is heeft nooit bestaan, maar is wel een figuur uit het werk van de door hem bewonderde Kurt Schwitters. En die woonde tijdens de oorlog inderdaad in Londen. Of de zoektocht naar het Londense adres van Bolte/Schwitters slaagt wordt in deze roman niet duidelijk, maar dat doet er niet toe. Die zoektocht  is voor Schippers de aanleiding voor het spelen met taal: ‘De taal is m’n zuurstof, als ik iets lees of beschrijf, ben ik er, een spitssnuitdolfijn kan z’n adem onder water twee uur inhouden. Soms dompel ik me in de taal tussen twee kaften, die in stilte op me wachten.’
Deze recensent moet bekennen het geduld te missen dat het proza van Schippers van de lezer vergt. Maar hij kan wel zien dat lezers die dat geduld wél op kunnen brengen aan Nu je het zegt veel leesgenoegen zullen beleven.

 

(Deze recensie verscheen eerder op de website van Literair Nederland, 20 juli 2021)