1header_hansvervoort.jpg - Piet Grijs - Piet Grijs is gek (1976)

Welkom op de website van Hans Vervoort

Piet Grijs - Piet Grijs is gek (1976)

 

Lachen - wel ervoor werken


Eigenlijk is nieuws erg saai, de namen veranderen, maar in de gebeurtenissen zit niet veel variatie. Vroeger viel dat niet zo op, maar bij een normaal gebruik van radio en televisie krijgt men tegenwoordig het nieuws meermalen per dag voorgeschoteld en dan staat het ook nog een keer in de krant.
Geen wonder dat dag- en weekbladen de sleur van het wereldgebeuren proberen te doorbreken door het individu tot nieuws te verheffen, want om de een of andere reden lijken mensen toch minder op elkaar dan gebeurtenissen. Vandaar al die indringende vraaggesprekken met persoonlijkheden, vermoed ik.

Vandaar wellicht ook de opkomst van columnisten, d.w.z. mensen die zichzelf ondervragen en het resultaat mogen publiceren. Je hebt ze in allerlei soorten en maten: de commentatoren, de vertellers, de gelijkhebbers, de opbiechters, de rekenaars en tellers, de uitvinders. De laatste categorie wordt in Nederland tot nu toe geheel beheerst door Hugo Brandt Corstius, wiskundige te Amsterdam, die sinds vele jaren in het opinieweekblad Vrij Nederland onder het pseudoniem Grijs een kolom vult. Uit het gros artikelen van de laatste drie jaar zijn nu 36 afleveringen gekozen en gepubliceerd in de bundel Piet Grijs is gek. Ze zijn onderverdeeld in 6 categorieën die elk precies zes stukjes bevatten en dat is tekenend voor de tic van Piet Grijs: alles moet logisch en dus evenwichtig geordend zijn.

Misgegaan

De kern van veel van zijn stukjes is dan ook dat mensen en dingen niet deugen zoals ze zijn, omdat ze niet consequent vanuit de basisgedachte zijn opgebouwd. Er is onderweg iets misgegaan omdat mensen zich bij het denken nu eenmaal laten afleiden door drogredeneringen en niet ter zake doende emoties.

Ook de natuur kan Grijs' goedkeuring maar zelden wegdragen. Zoals de mens bijvoorbeeld in elkaar zit, daar kan hij slechts hoofdschuddend over schrijven ('Aan die schouder bungelen twee armen die niet bij de grond kunnen'), plantenhebben als huisgenoot vrijwel alleen negatieve eigenschappen: ze maken geen geluid, moeten als een invalide rondgezeuld worden, hebben zo weinig individualiteit dat ze niet eens een koosnaam krijgen.

Aarde stil

Zodra mensen en natuur zich met elkaar gaan bemoeien, zit het al snel verkeerd. Het onzalige plan van Roel van Duijn c.s. om via windmolens milieuveilige energie op te wekken vindt bij Piet Grijs een overtuigende bestrijder: op deze manier wordt immers energie uit het milieu afgetapt, er blijft geen wind meer over en omgekeerde toepassing van de wet van Buys-Ballot leert dat de aarde dan stil gaat staan, met alle vreselijke gevolgen van dien.

Piet Grijs zou zichzelf niet zijn als hij niet ter plekke een aantal veel zinniger oplossingen bedacht voor het opvangen en distribueren van wind (via een buizensysteem rechtstreeks aam huis bezorgd, via het stopcontact stroomt de wind zó in het scheerapparaat). Maar het probleem blijft dat de gevolgen van het opraken van wind schrikbarend kunnen zijn. Hoe Piet Grijs tot de conclusie komt dat het energieprobleem opgelost kan worden als mensen kleiner en kleiner worden, staat op pagina 51 van het boekje telezen.

Ook de meeste andere pagina's bevatten nuttige suggesties. Bijvoorbeeld: hoe men zo snel mogelijk een legpuzzel kan oplossen, het simpelste oplichtspel, een punnikmachine waarmee wolkabels gemaakt kunnen worden.

Ziektedagen

En interessante beschouwingen: de gevolgen van het toevallig samenvallen van de ziektedagen van alle Nederlandse werknemers (dat zal gegarandeerd een keer gebeuren), de mate waarin het vak van bankrover rendabel is, de overeenkomsten van de loopbeweging van vrouwen met de bewegingen van een varend schip, enz.

Het zal hopenlijk duidelijk zijn dat er om Grijs' stukjes gelachen mag worden, dat is zelfs ongetwijfeld de bedoeling. Maar de lezer moet er wel voor werken. Piet Grijs schrijft een zeer helder soort proza waardoor je hem moeiteloos kunt volgen, tot hij ineens het tempo van de redenering versnelt en pijlsnel achter de horizon verdwijnt, zodat je voor de keus staat moedeloos terug te keren of struikelend van haast het nauwelijks zichtbare spoor te volgen dat hij heeft achtergelaten.

Wie voor het laatste kiest wordt ruim beloond met onverwachte avonturen, bizarre en komische tafereeltjes en het bevredigende gevoel dat de hersens nog functioneren.

 

(Recensie in Het Parool (7-02-1976))