1header_hansvervoort.jpg - Leuwsha, Tessa - Plantage Wildlust (2020)

Welkom op de website van Hans Vervoort

Leuwsha, Tessa - Plantage Wildlust (2020)

 

Het leven op een koffieplantage in Suriname

 

 

Plantage Wildlust is de vierde roman van Tessa Leuwsha, die naast haar werk als schrijfster en documentairemaker ook cultureel attaché is bij de Nederlandse ambassade in Paramaribo. Ze beschrijft in deze roman hoe de jonge Oscar Brouwer en zijn vrouw Janna begin 20ste eeuw vanuit Middelburg naar Suriname gaan waar hij een baan krijgt als directeur van een koffieplantage. Voor hen beiden is deze verhuizing een bevrijding uit het stijve milieu en de strenge opvoeding in hun jeugd. Janna hoopt een gezin te starten en wil een schooltje beginnen bij de plantage, Oscar hoopt zich voor de Nederlandse Handel-Maatschappij die plantage Wildlust bezit te kunnen bewijzen als goede bestuurder van de onderneming.

Leuwsha geeft een minutieuze beschrijving van de reis van het tweetal, hun ontvangst in de betere (uiteraard blanke) kringen van Paramaribo, hun aankomst op de plantage, hun kennismaking met het vervallen huis en de stugge Indiase huishoudster Alma. Ze vervolgt met een soms wel erg volledige beschrijving van de koffieteelt en de inrichting van de onderneming. Daar werken nu – de slavernij is een halve eeuw eerder afgeschaft –  vooral Indiase contractarbeiders, maar de zwarte opzichter Creebsburg drijft ze nog steeds als slaven. 


Verlangens en raadselen

In traag tempo begint de roman. Lukt het Oscar Brouwer de touwtjes in handen te krijgen in een onderneming waar mensen werken van wie hij de taal niet spreekt en waar een opzichter rondloopt die hem – de zoveelste blanke directeur – niet respecteert? Kan Janna een goede relatie opbouwen met huishoudster Alma, een gezin stichten en een schooltje beginnen? De beantwoording van die vragen zou best een goede roman kunnen opleveren. Op de één of andere manier lukt het Leuwsha niet haar personages tot leven te brengen. Oscar blijft de wat stijve hark die hij vanaf het begin al is, Janna blijft verlangen naar het eindelijk beginnen van het goede leven en het krijgen van een kind, huishoudster Alma blijft een raadsel, en van opzichter Creebsburg blijft de schrijfster herhalen hoe lelijk hij – getekend door acné – wel niet is en welke nare geuren hij met zich meedraagt. Drie van de honderden Indiase contractarbeiders krijgen een naam en een rolletje in het verhaal, de rest blijft een vage massa. Veel gebeurt er niet op zo’n plantage lijkt het in de eerste 150 pagina’s. 


Ingrijpende gebeurtenis wordt genegeerd

Maar dan is er de middag waarin Janna een – deels mislukt – picknick-feest heeft georganiseerd voor gasten uit Paramaribo en na afloop wat rondloopt. Ze ziet opzichter Creebsburg die erg zijn best heeft gedaan bij de voedselbereiding en voor haar en Oscar nog twee volle borden klaar heeft staan. En dan geschiedt dit:

‘Haar vingers beroerden de zijne. De aanraking kwam volstrekt onverwacht, zijn huid voelde droog als schuurpapier. Diep in haar ontwaakte iets. De opzichter leek die verandering in haar te bespeuren, hij hield zijn hoofd wat opzij. Zijn adem ruiste luid. Hij nam het ene bord van haar terug, zette beide maaltijden weg en tilde haar met één beweging op tafel. Zijn reuk van tabak, zwavel en aarde drong zich aan haar op. Het droge van zijn handen schuurde ook over haar dijen, haar picknickjurk raakte verfrommeld. Ze steunde op haar ellebogen, voelde het ruwe hout. Hij leunde over haar heen, zijn geur kwam nog dichterbij en ook zijn getekende gezicht. Hij bewoog zich soepel, lenig. Het duurde kort, lang. Toen ze onder hem vandaan schoof, schikte ze haar jurk en streek haarlokken achter haar oren. Hun blik kruiste elkaar. Leeg.’

Uit niets in het verhaal is af te lezen of Janna als gevolg van deze ontmoeting misschien – je weet maar nooit – boze of juist warme gevoelens heeft ontwikkeld ten opzichte van de opzichter. Wel blijkt ze enige tijd later zwanger te zijn. Maar of ze zich er ongerust over maakt dat het kind misschien niet van Oscar is, wordt niet gemeld. Het leven en de roman gaan na dat vreemde moment weer een tijdlang z’n gangetje.


Vlam in de pan

Dan, alsof iemand tegen de schrijfster heeft gezegd ‘wanneer gebeurt er nou weer eens wat?’ slaat ineens de vlam in de pan. De over het algemeen humane Oscar heeft – om redenen die niet uitgelegd worden – een Indiase jonge arbeider nogal straf behandeld en die pleegt zelfmoord. Dat brengt de Indiase contractarbeiders tot muiterij en bijna wordt Oscar vermoord. Even later wordt de plantage in brand gezet, verdwijnt Creebsburg met de Noorderzon en wordt Oscar teruggeroepen naar Nederland, wegens gebrek aan succes.

Te midden van deze gebeurtenissen brengt Janna een kind ter wereld dat niet blank is en vervolgens zonder enige omhaal van woorden wordt weggegeven aan huishoudster Alma. Want die wilde ook wel een kind. Daarna gaat het echtpaar tamelijk onbekommerd weer de boot op, terug naar Nederland. En laat de lezer ontredderd achter. Die had graag iets meer willen weten over de reden van het direct afstaan van dat gekleurde kind, de gevoelens die zo’n gebeurtenis achterlaat en het gevolg dat dat heeft voor een huwelijk. Plantage Wildlust geeft de lezer een goed beeld van het reilen en zeilen van een koffieplantage in Suriname aan het begin van de 20ste eeuw. Maar een  overtuigende beschrijving van de mensen op die plantage is Tessa Leuwsha helaas niet gelukt.


(Deze recensie verscheen op de site van Literair Nederland, 2 juli 2020)