Martin Michael Driessen - De heilige, een schelmenroman (2019)
Van roofovervaller tot heilige
De heilige, een schelmenroman van Martin Michael Driessen is precies wat de titel aangeeft, het levensverhaal van een schelm die er in slaagt om na zijn dood heilig verklaard te worden. Donatien, geboren in Frankrijk in het revolutiejaar 1789 laat in de loop van zijn vrij korte bestaan (hij wordt vijftig) een spoor van bedrog en geweld achter. Het begint met het stelen van een meisjesportret en liefdesbrief uit de tuniek van een gevallen Duitse soldaat als hij, uiteraard pas ná de veldslag, het slagveld van Craonne bezoekt op zoek naar buit. Hij besluit het mooie en rijke meisje te bezoeken, zich voor te doen als de beste vriend van de gevallen Duitser en haar het hof te maken en te huwen. Dat lukt en hij maakt zich op voor een lang en tevreden bestaan als notabele in een Duits dorp. Tot hij wordt ontmaskerd en moet vluchten voor de woede van de mooie Liselotte, die inmiddels zwanger is van zijn kind.
Roofovervaller wordt goed mens
Hij wordt een succesvol postkoets-overvaller tot hem dat begint te vervelen, papt aan met Francis Beaufort als die bezig is met het ontwikkelen van de Beaufortschaal voor windsnelheden, maakt als matroos een aantal zeereizen en belandt na nog een aantal avonturen in de gevangenis. Want schelmen ontlopen uiteindelijk hun straf niet en als hij geïdentificeerd wordt als degene die jaren eerder een aantal gewelddadige roofovervallen op postkoetsen heeft gepleegd krijgt hij levenslang in de gevangenis te Metz.
En dán begint zijn finale schelmenstreek, want hij besluit een goed mens te worden en daardoor speciale privileges te krijgen van de gevangenis-directeur. Dit ultieme bedrog lukt zó voortreffelijk dat hij – naar eigen zeggen – na zijn dood zelfs heilig wordt verklaard: de heilige Dieudonné van Metz. ‘Naar eigen zeggen’ is op zijn plaats bij de bespreking van deze schelmenroman, omdat Donatien zelf duidelijk maakt dat niets van wat hij vertelt per sé op werkelijkheid berust.
Ironie en zelfspot
De pen die Martin Michael Driessen hem leent voor het vertellen van zijn levensverhaal is licht ironisch en bij tijd en wijle vervuld van zelfspot: ‘Ik stond waardig op. Waardig opstaan is een van mijn specialiteiten. De kunst bestaat erin dat men de ander beschaamd achterlaat door het gesprek zelf te beëindigen. Men trekt zich terug maar behaalt de morele zege. Dat is, zoals ik u kan verzekeren, niet eenvoudig, want als het misgaat wordt men al gauw van lafheid beticht. Ook mag men de ander niet al te zeer kwetsen, dat kan weer nieuwe problemen veroorzaken. Ik heb het vaak voor elkaar gekregen, met name als er verder toch niets te halen viel.’
De heilige zit vol boeiend vertelde avonturen en anekdotes. Toch mis je als lezer iets en op den duur krijg je het gevoel dat Donatien begint te vervelen met zijn opgesmukte verhalen. Dan besef je dat een hoofdpersoon die zonder geweten door het leven gaat eigenlijk weinig interessant is. Zo’n Teflon-persoonlijkheid maakt identificatie van de lezer met de hoofdpersoon ook bijna onmogelijk. Hopelijk was het de bedoeling van Martin Michael Driessen om ons dat duidelijk te maken. In dat geval is De heilige een geslaagde roman.
(Deze recensie verscheen eerder op de website van Literair Nederland, 23 september 2019)