Peter Andriesse - Claire Obscure. Verhalen van lust en verlangen (2017)
'Die Peter Andriesse die kan er wat van, hè?' zei Rudy Kousbroek twintig jaar geleden tegen me toen ik hem ontmoette op de Pasar Malam in den Haag.
Hij had daar eerder in het Kooktheater met veel flair een sambal goreng corned beef staan maken voor een groep idolate lezeressen.
'Ja, die Indische verhalen zijn goed,' antwoordde ik, 'en ken je Zuster Belinda? Heel leuk. Maar de laatste tijd...'
'Dat verhaal over dat telefoongesprek,'ging Rudy verder, 'dat hij de telefoon overneemt van zijn broer en niks hoort. En dan steeds denkt dat hij voor de gek wordt gehouden!'
We moesten er allebei weer om lachen. Kousbroek had de Indische verhalen van Peter Andriesse gelezen, en was daarin getroffen door het feit dat hij en Peter een jeugdervaring gemeen hadden: de kostschool in de Sumatraanse stad Pematang Siantar.
Kousbroek had er vóór de oorlog een paar jaar op gezeten en Peter ná de oorlog. Beiden vonden het een verschrikking en schreven er veel over.
Rudy in al zijn werk, Peter in zijn bundels Indische verhalen: De roep van de tokèh (1972), later met toevoeging van enkele verhalen opnieuw uitgebracht onder de titel Koude Sambal (1978).
Ik schreef er destijds in een recensie over: 'Kleine en schrijnende, maar toch niet droevige verhaaltjes over het wel en wee van een kind dat zich moet proberen te handhaven in situaties waarin het niet terug kan vallen op de steun van liefhebbende ouders. (...) De verhalen maken de indruk zichzelf geschreven te hebben, Ze hebben een natuurlijk einde, er zijn géén stijlbloempjes en geen gedachten van de volwassene achteraf. Kortom, het is een voortreffelijk boekje.'
De kostschool in Pematang Siantar werd bevolkt door kinderen van Hollanders die op de plantages werkzaam waren. In de vakanties mochten ze naar huis, in de tussentijd verliep het contact per telefoon.
Het verhaal dáárover was Kousbroek bij gebleven. Als vader en moeder Andriesse hun zoons aan de lijn hadden kon Peters broer uitvoerig met ze praten.
Maar Peter zelf hoorde nooit iets aan de andere kant van de lijn. Net of de verbinding precies op dát moment werd verbroken. Pas na jaren werd duidelijk dat hij doof was aan één oor, precies dat rechteroor waar hij de hoorn altijd tegenaan hield.
Zuster Belinda
Toch zal ook Peter Andriesse toegeven dat het hem in de beginjaren van zijn schrijverschap naar den vleze ging. Zijn Indische verhalenbundels werden gewaardeerd en zijn hilarische doktersroman-persiflage Zuster Belinda en het geheime leven van Dokter Dushkind was een klinkend succes. Met Heere Heeresma en drie andere schrijvers publiceerde hij in 1970 het Manifest voor de jaren zeventig (1970). Een aanval op de gesubsidieerde wartaal van experimentelen als Sybren Polet en een pleidooi voor leesbare literatuur.
Na de successen van zijn begintijd kwam Andriesse een paar keer zelf in de subsidie-molen terecht en bekende later dat hem dat uiteindelijk als schrijver knakte: aan werkbeurzen zat de conditie vast dat er op een bepaald moment een boek geleverd moest worden. En Peter was het tegendeel van een veelschrijver.
Soms flanste hij dan maar wat in elkaar. De lezers merkten het en toen in 1994 Het stilettomeisje: een erotische thriller bij Bert Bakker was verschenen werd het stil rond Andriesse.
Een paar jaar geleden stuurde hij mij een manuscript waar hij al 20 jaar mee leurde bij diverse uitgeverijen: De Rode Kimono, het verhaal van een jongen die door zijn ouders vanuit Indië naar Nederland gezonden wordt om de middelbare school te bezoeken en die onderweg op het schip wordt verleid door een Indische getrouwde dame.
Omdat Peter zijn zelfvertrouwen begon kwijt te raken wilde hij weten wat ik - generatiegenoot en stijlverwant - van het boek vond. Ik schreef hem dat het een prachtig verhaal was en dat hij het desnoods in eigen beheer moest uitbrengen als uitgevers moeilijk bleven doen. Vermoedelijk is Peter ook door andere proeflezers aangespoord, want hij vatte weer moed en vond uiteindelijk zijn uitgever. In 2014, 20 jaar na zijn laatste boek, verscheen bij uitgeverij In de Knipscheer De rode kimono. Met dat boek bewees hij nog steeds een goede verteller te zijn, met meedogenloos precieze beschrijvingen van personages en gebeurtenissen, in onopgesmukt proza. Ook deze hoofdpersoon beweegt zich wat sukkelig door het leven. Zelfspot en erotische verlangens ontbreken natuurlijk in De rode kimono niet. Een vintage Andriesse. Knipscheer herdrukte ook Koude Sambal en gaf Kerstverhalen voor Eva uit, tien verhalen die Andriesse schreef voor zijn nichtje Eva tussen 2004 en 2013.
Erotische verhalen
En nu, sinds 24 april, is er een nieuwe verhalenbundel: Claire Obscure, eveneens uitgegeven door In de Knipscheer. Zes erotische verhalen.
'Het is niets meer, die seks, als man van 75!' liet Andriesse enige tijd geleden weten in een vraaggesprek met @Renzo Verwer. 'Ik zou naar Thailand moeten gaan om jonge vrouwen te kunnen beminnen. (...) Echter, daarvoor ontbreekt me het geld.'
Maar de herinneringen zijn nog heel levendig en niemand anders kan ze zó precies opschrijven als hij. En natuurlijk lopen de verhalen altijd verkeerd af. Dat weet je als lezer van zijn werk. De verrassing zit bij Andriesse in de manier waaróp zo'n seksueel avontuur en de bijbehorende verliefdheid verkeerd afloopt. Zo wordt een tweedaagse liefde met een barmeisje in Bangkok, abrupt afgebroken door het boeddhistische lentefeest. Alle bars zijn plotseling dicht en de geliefde is in geen velden of wegen te bekennen.
'Ik keerde terug naar het hotel en bestelde in het restaurant een whisky met ijs. Toen de bediende het glas voor me neerzette, vroeg ik hoe lang dat feest nog zou duren.
"Vijf dagen."
"En al die tijd alles dicht?'"
"Ja, vijf dagen lang mag er in het openbaar niet gedronken worden."
Mijn vliegtuig vertrok twee dagen later.'
Drie van de zes verhalen spelen in de tropen. Het is te hopen dat deze bundel Andriesse voldoende royalties oplevert om Bibberland gedurende enige tijd te verlaten voor een warmer klimaat. Allicht kunnen we dan nóg eens een bundel erotische literatuur van hem verwachten.
(Deze recensie verscheen eerder in de krant Argus, 16 mei 2017)