1header_hansvervoort.jpg - De wondere wereld van het boekhouden

Welkom op de website van Hans Vervoort

De wondere wereld van het boekhouden

Ik was vijftien en had een dubbele longontsteking opgelopen. In 1954 betekende dat zes weken
bedrust.
Geen genoegen als je vijftien bent. De radio mocht bij mijn bed staan, maar behalve de dagelijkse
Arbeidsvitaminen waren er alleen programma's te horen die op moeder de vrouw waren gericht,
zoals 'De groenteman', 'Moeders wil is wet' en ‘Met naald en schaar’ (Ida de Leeuw-van Rees).
Uit pure verveling nam ik het boek ter hand dat hoorde bij de lessen in Boekhouding die ik (de
HBS-A volgend) wekenlang zou missen. Ik moest zorgen niet te ver achter te raken, wist ik.
De talen hadden mijn voorkeur, maar zonder boekhouden en handelsrekenen kon je het einddiploma
wel vergeten.
Maar er gebeurde iets vreemds: ik raakte gefascineerd door de wijze waarop het boekhouden kon
laten zien welke soort winst een bedrijf maakte: efficiencywinst, bezettingswinst of commerciële winst.
Er ging een wereld voor me open. Laten we een pianofabrikant als voorbeeld nemen. Het
maken van de piano kost een aantal arbeidsuren en materialen. Die zgn 'directe kosten' leveren
tezamen de kostprijs van het product op. Maar het bedrijf is ook gevestigd in een pand dat huur
kost. En de koffiejuffrouw moet betaald, net zoals het licht en de schoonmaak en de directeur die
klanten werft. Dat tezamen zijn de indirecte kosten. Die indirecte kosten moeten verdeeld worden
over het aantal piano's dat men denk te produceren per jaar. Dat bedrag komt bovenop de directe
kosten. Het resultaat: de totale kostprijs. Maar dan is er nog geen winst gemaakt, natuurlijk. Dus
komt er bovenop die totale kostprijs nog een winstmarge, waarvan de grootte afhangt van wat de
directie denkt dat de markt accepteert. Dan kan de productie beginnen.
Aan het eind van het jaar blijkt de behaalde winst het dubbele te zijn van wat er begroot was. Hoe
komt dat, vraagt de directeur zich af. En dáár bleek zijn boekhouding antwoord op te geven.
En hoezo dan wel? Er was efficiency winst door het feit dat de piano's in de praktijk sneller
geproduceerd konden worden dan begroot en dus minder werkuren kostten. De directeur verkocht
1200 piano's in plaats van de begrote 1000. Dat leverde bezettingswinst op: de indirecte kosten
waren voor 120% gedekt . Daarentegen was de prijsconcurrentie zo groot dat de geplande
winstmarge niet gehaald kon worden. De commerciële winst viel dus tegen. Per saldo was het
resultaat toch het dubbele van de verwachte winst. Dat de directeur precies kon zien wáár hij de
winst van zijn bedrijf wel of niet te danken had kwam door het 'rekeningenstelsel-Bakker'
ontworpen door de heer P. Bakker die bij Philips werkte (P. Bakker, Het rekeningstelsel, 1948).
Als er een Nobelprijs voor boekhouden was had hij hem moeten krijgen, vind ik. Maar hij is totaal
in vergetelheid geraakt, zelfs Wikipedia kent hem niet.
Maar mij hielp hij door de zes weken longontsteking heen. Op mijn eindexamen HBS-A had ik dan
ook een 10 voor boekhouden. Nu ik dit opschrijf herinner ik me dat ik na die 6 weken meteen een
pakje sigaretten ging kopen. Gewoon, om te kijken hoe mijn longen zich hielden. Dat deed je in die
tijd.