1header_hansvervoort.jpg - Tabé Twen tabé Taboe

Welkom op de website van Hans Vervoort

Tabé Twen tabé Taboe

Eind jaren vijftig vergiste een Duitse journalist zich bij het typen van het Engelse woord teen en vond zo het woord twen uit. Het werd al snel de nieuwe naam voor twintigers. In 1959 verscheen in Duitsland een tweemaandelijks avantgarde blad van die naam met een opvallende nieuwe vormgeving. En in 1960 kwam er ook een Twen in Nederland. Een mooi dik gelumbeckt blad in jumboformaat.
'Geschreven op de huid van deze tijd' was het credo.  Almar Tjepkema en André van der Louw waren de oprichters.
Het viel meteen op door de fotografie met - voor het eerst in bladenland - korrelige beelden. In zwart-wit. Ed van der Elsken gaf daarmee zijn visitekaartje af, gevolgd door veel andere jonge fotografen. In de teksten en verhalen kondigde een nieuwe generatie schrijvers zich aan, Campert, Vinkenoog, Rubinstein, Pauka, Raes. En Hermans niet te vergeten, met een kort verhaal getiteld 'Nooit meer slapen'.  
Het verschijnen van Twen werd en wordt in de tijdschriftenwereld nog steeds gezien als een mijlpaal. Niet alleen was de vormgeving totaal nieuw, ook de onserieuze amicale toon van de redactie tegenover haar lezers was nooit eerder vertoond.
Het Duitse Twen werd in 1960 overgenomen door Springer Verlag dat direct bezwaar maakte tegen de naam van het Nederlandse blad. Na veel juridisch gesteggel veranderde het van naam. Het werd Taboe, waarvan nog 3 nummers in 1960 verschenen.

 

Werken bij Taboe

In 1961 kreeg ik met dat blad te maken. Ik had bij mijn werkgever bedongen dat ik Vrijdags (de weekdagen hadden toen nog een hoofdletter) vrij zou krijgen en was daarmee vermoedelijk één van de eerste vrijwillig parttime werkende mannen in Nederland. Die Vrijdag wilde ik kunnen besteden aan mijn hobby, het schrijven van verhalen. Eén van die verhalen stuurde ik op naar het ook door mij bewonderde tijdschrift Taboe en hoorde er vervolgens nooit meer iets van. Er was ook al een tijd geen nieuw nummer uitgebracht.
Het verkeerde in financiële problemen hadden kranten bericht en de Weekbladpers, de uitgeverij van Vrij Nederland was bezig met een reddingsplan.
Ik moet in die tijd buien van geldingsdrang gehad hebben, want ik zond het blad een briefkaartje en bood aan te komen helpen bij het - onbetaald - verrichten van werkzaamheden voor de redactie.
En dat wilde Almar Tjepkema die fungeerde als redactie-secretaris graag.
Ik werd op Raamgracht 4 voorgesteld aan de directeur van de Weekbladpers, de heer J. Schekkerman. Die vond een gratis parttime medewerker ook wel handig. Dat ik destijds als assistent-accountant werkzaam was - en dus betrouwbaar - kan geholpen hebben.
En zo heb ik gedurende enkele maanden elke vrijdag geprobeerd wat orde te scheppen in de massa ingezonden artikelen, verhalen, gedichten, brieven, foto's, tekeningen die Taboe ontvangen had. Ze zaten meestal nog in de enveloppen waarin ze verzonden en aangekomen waren. Want Tjepkema hield niet zo van het secretariële handwerk en de redactie die bestond uit André van der Louw en MarijkeZweers (met in nummer 4 zelfs - op de achtergrond - Rinus Ferdinandusse en Matthieu Smets) heb ik in die maanden helemaal niet gezien.
Ik bracht de vrijdagen door in Tjepkema's grote huis aan een gracht met als enig gezelschap zijn hoogzwangere vrouw die zuchtend leed onder zijn bijna permanente afwezigheid.

 

Geen volgend nummer

Van dichtbij maakte ik mee hoe Twen/Taboe na een daverend begin in alle stilte overleed, domweg omdat niemand deed wat van een redactie en uitgeverij verwacht mag worden: werken aan een volgend nummer. Dat nummer kwam er dus nooit. Voordat het overlijden definitief was haakte ik af na een opmerking van Almar Tjepkema dat lezers alleen aangemoedigd waren om bijdragen en reacties in te zenden teneinde er zeker van te zijn dat ze het volgende nummer zouden kopen. Toen begreep ik waarom er zo'n grote stapel ongeopende post lag: de inhoud was van geen belang want de redactie publiceerde in de praktijk toch alleen stukken uit eigen kring.
Na  Taboe zette Almar Tjepkema zijn loopbaan bij de televisie voort.
Bij zijn dood in 2005, op 68-jarige leeftijd, schreef de Volkskrant: Almar Tjepkema was journalist, programmamaker, schelm en avonturier, minnaar van drank, vrouwen en sportauto's, die soms dacht dat het paradijs in de DDR, Noord-Korea of Albanië was te vinden.
Hij trouwde driemaal en kreeg uit die huwelijken 4 kinderen. 'Het was een zeemanshuwelijk', zei de moeder van zijn jongste dochter, vol mooie herinneringen aan die 'lieve, spannende man die wist wat hij wilde.'  

Het archief van Taboe verdween tussen de plakboeken van het blad Voetbal International in de kelder van uitgeverij Weekbladpers en werd daar in maart 1992 teruggevonden. Het is te raadplegen in het Persmuseum.

 

(23 oktober 2018, niet in Argus)