1header_hansvervoort.jpg - (Fragment) Pensioen voor Tamar

Welkom op de website van Hans Vervoort

(Fragment) Pensioen voor Tamar

'Ik ben hier alleen doorgeefluik,' zei Rinus Ferdinandusse,
'het gaat om Renate. Zij dacht altijd dat ze tot haar laatste
snik zou kunnen schrijven en geld verdienen. Maar nu begint
ze zich ongerust te maken over haar pensioen. Ze denkt dat
dat veel te laag zal zijn om van rond te komen.'
Hans voelde protest in zich opkomen.
'Dat is een beetje haar eigen schuld,' zei hij voorzichtig.
'Ze wilde altijd als freelancer werken en dan verdien je extra,
maar je moet wel zelf zorgen voor je pensioen.'
'Ik weet het,' knikte Rinus. Als geen ander kon hij meegeven
in gesprekken. 'Het is ook maar een verzoek,' voegde hij
eraan toe.
'Ze is in vaste dienst genomen toen ze MS kreeg,' vervolgde
Hans, 'maar dat is pas een jaar of tien geleden gebeurd.
Dan bouw je niet veel pensioen op. Hoe oud is ze nu, denk
je?'
'Ze moet nu zestig zijn,' zei Rinus, 'misschien nog negenenvijftig.'
Hans knikte. 'Ik zal het met Theo overleggen,' zei hij.
'Alvast bedankt.' Hummend ging Rinus de kamer uit.
Hans kende Renate wel en had grote bewondering voor
haar. Ze bestond voor haar Tamar-columns en deed niets
anders dan de hele week met overgave toeleven naar haar
volgende stuk. Dat kon kort of lang zijn, een vervolg op eerdere
discussies of een nieuw betoog. Maar altijd goed geschreven
met de natuurlijke vlotheid die schrijvers als Multatuli
en Du Perron ook hadden.
Op VN-feestjes was zij altijd in discussie, op stellige toon.
Als je volhield, wilde ze ook weleens luisteren en keek je
daar aandachtig bij aan, met grote expressieve
ogen. Als ze liep bewoog ze als een kalf dat voor
het eerst op z'n benen staat, onwennig en intuïtief.
Een paar jaar eerder had Renate multiple sclerose gekregen,
een ziekte waarover ze lang zweeg in haar columns. Toen fietsen
niet meer ging en lopen ook moeilijk werd, vatte ze het plan
op om te leren autorijden. Maar elke keer als ze les had,
ging Renate in discussie met de rij-instructeur over het nut
en de noodzaak van sommige verkeersregels die zij onzinnig
vond en waar ze zich niet aan wilde houden. Na een paar lessen
haakte de instructeur af en moest Renate een nieuwe rijschool
hebben. Na de derde instructeur ging ze over op een kleine
invalidenwagen waarvoor geen rijbewijs nodig was.
Het vehikel kon maximaal 30 kilometer per uur rijden,
maar wie Renate zag scheuren op weg naar Vrij Nederland,
zou gezworen hebben dat het veel harder ging. Hans zag het
rode autootje geregeld geparkeerd staan op de stoep
van het redactiepand, waar het eigenlijk niet mocht staan.
Eén keer zat Renate erin en ze riep hem toe: 'Hans, kom erbij!'
Met een grote zwaai wierp ze het dak van het autootje
omhoog en onthulde een tweede zitplaats. Toen Hans
behoedzaam was gaan zitten, gooide Renate het dak weer
dicht en plotseling zaten ze met z'n tweeën in een knus tentje.
Renate deed het woord en het werd nog gezellig in dat kleine
autootje op de stoep.
Eenmaal gewend aan gemotoriseerd vervoer kocht zij
later een kleine rolstoel waarmee ze in huis en op
de VN-redactie kon rondkarren. De laatste keer dat hij haar
had gezien, was alweer enkele jaren geleden, op de
nieuwjaarsbijeenkomst van Vrij Nederland? Traditiegetrouw
speechte Rinus en hij deed de grap over Napoleon die
altijd rode jasjes droeg in de oorlog om te voorkomen dat zijn
manschappen het zouden zien als hij onverhoopt gewond
raakte. Waarmee, zei Rinus, verklaard was waarom Hitler
altijd in het bruin gekleed ging. Het traditionele slot van zijn
speech was: als je hier iemand ziet die je niet kent, ga op hem
af en vraag: wie ben jij en wat doe je bij Vrij Nederland.
Iedereen kende iedereen hier, dus dat gebeurde nooit.
Te midden van de druk koutende redactiekliekjes en loslopende
freelancers zag Hans ineens Renate wat verloren zitten
op haar rijdende stoeltje. Ze keek omhoog, ze was ineens
te klein geworden om mee te kunnen praten. Hij besloot naar
haar toe te gaan maar zag dat Rinus hem al voor was. En die
hoefde ook minder diep te bukken. Het was de laatste keer
dat hij Renate zag, ze kwam steeds minder buitenshuis.
Vermoedelijk had ze niet gedacht ooit haar pensioen te halen,
maar nu ze zestig was begon die mogelijkheid te dagen.
En met maar een paar jaar pensioenopbouw zou dat inderdaad
een schraal bestaan zijn.
Diezelfde middag bracht Hans het bij algemeen directeur
Theo Bouwman ter sprake.
'Ja, daar kunnen we echt niet aan beginnen,' zei deze beslist,
'als we nu voor haar een pensioenverzekering moeten
inkopen, gaat dat tonnen en tonnen kosten. Dat kan ik niet
verantwoorden.'
Hans knikte, hij zag ook zo gauw geen oplossing.
'Maar moet het met een verzekering?' probeerde
hij nog. 'We kunnen haar toch gewoon een pensioenuitkering
geven als ze vijfenzestig is?'
Theo begon te lachen.
'Ja, hoe wil je dat doen?'
Hans stommelde verder. 'Gewoon, we beloven haar dat ze
een fatsoenlijk inkomen krijgt na haar vijfenzestigste. Als ze
nog af en toe een stukje schrijft, is dat meegenomen, maar
het hoeft niet.'
'En de Weekbladpers krijgt de inkomsten van haar boekjes!'
Theo begon warm te lopen voor het idee. Maar na even
nadenken schudde hij toch het hoofd.
'We kunnen toch niet een volgende directie opzadelen met
zo'n financiële verplichting? Je kunt het niet eens kwantificeren!
Wie weet hoe oud ze wordt.'
En toen vond Hans het goede argument.
'Theo, wat voor risico lopen we nou helemaal? Renate
heeft multiple sclerose! Als ze de vijfenzestig haalt is het een
wonder. Als we haar deze toezegging doen, hoeft ze zich niet
ongerust te maken over haar oude dag en het kost het bedrijf
vermoedelijk niks. Of hooguit een paar jaar salaris. En dat
heeft ze wel verdiend.'
Het was wel cynisch om erop te rekenen dat Renate de
vijfenzestig niet of krap zou halen, maar het haalde Theo
over de streep.
'Oké, we doen het zo. We bieden haar 75 à 80% van haar
laatstgenoten salaris aan. Schrijf jij de brief?'
Hans schreef de brief en woog elk woord op een goudschaaltje.
En na een paar keer heen en weer faxen met Theo stond er:

Beste Renate Rubinstein,
De hoofdredaktie van VN attendeerde ons erop dat jij je
zorgen maakt over je inkomsten na het bereiken van de
aow-leeftijd.
Het is onmogelijk om met terugwerkende kracht een hoger
pensioen voor je in te kopen. Dat is heel duur en schept een
precedent dat wij niet voor onze rekening kunnen nemen.
Maar het is natuurlijk heel duidelijk dat jouw betekenis
voor VN een grote morele claim op de uitgeverij legt om
ervoor te zorgen dat jij na je 65-ste een behoorlijk inkomen
blijft genieten.
Een absolute juridische verplichting op dit punt kunnen
wij niet aangaan, maar we nemen ons voor te zorgen voor
een onverplichte aanvulling op je totale netto jaarinkomen.
Daarbij gaan we ervan uit, dat in het algemeen 75 à
80% van het laatstgenoten netto besteedbaar inkomen als
pensioenregeling redelijk gevonden wordt (aow telt hierbij
mee).
Hopelijk is hiermee je zorg weggenomen.
Met vriendelijke groeten,


Hij las de brief nog een keer over. Deze voorzichtige
Toezegging was de enige formulering die Theo aandurfde.
Het woord 'onverplicht' zette alles natuurlijk weer op losse
schroeven en Hans gruwde van tegenstrijdige teksten. Maar
om het fiat van de algemeen directeur te krijgen, was dit nodig.
Een niet erg warme brief al met al. Zou hij nog de beste
wensen voor een mooi 1990 eraan toevoegen? Nee, dat zou
misschien geheel verkeerd vallen. Hij zond de brief weg en
andere zaken slokten hem op.
Een paar weken later ontving hij een briefje van Renate:

29 januari 1990
Beste Theo, beste Hans,
Dank voor jullie brief van 22 dec. 1989. Ik heb er niet eerder
op gereageerd omdat jullie termen aan de vage kant
zijn.
Ik begrijp dat er geen ' absolute juridische verplichting' is
of dat jullie die niet kunnen aangaan, maar dat jullie '75 à
80%' van mijn salaris willen betalen inclusief de aow. Hoe
dat dan precies zit? Word ik geacht na mijn 65ste niet
meer te werken? En hoe zit het dan eigenlijk met mijn
ziekteverzekering?
Dus als het kan wil ik nadere opheldering over wat ik in
1994 ongeveer precies van jullie krijg? Waarschijnlijk ben
ik dan al dood en zijn jullie overal vanaf. Maar stel dat...
daar schreef ik de hoofdredactie over.
Vriendelijke groet van
Renate


De ergernis over de directiebrief spatte ervan af en Hans
kon haar geen ongelijk geven. Misschien moest hij het nog
eens wat beter uitleggen. Maar voordat hij daaraan toekwam
volgde een tweede brief:

13 februari 1990
Beste Theo en Hans,
Vandaag heb ik mijn accountant jullie brief betreffende
mijn pensioen laten lezen. Hij vond het een genereus aanbod.
Dus nu heb ik het gevoel dat ik niet genereus genoeg
geweest ben in mijn antwoord. Weest zo lief en vergeef mij
dat. (Hier zit een t te veel of te weinig in, maar ik kan geen
keus maken.)
De reden is dat ik alleen leef, niemand heb om zo'n brief
aan te laten lezen en daardoor op nutteloze wijze op mijn
hoede ben. Een duidelijke oudemensenkwaal.
Bij deze dus mijn dank voor jullie aanbod, hartelijke
groet,
Renate Rubinstein


Met smaak las hij het briefje nog eens door. Zelfs in die paar
zinnetjes kon je lezen hoeveel taalgevoel Renate had. Het
stemde tot tevredenheid dat hij en Theo haar ongerustheid
weg hadden kunnen nemen. En hoe groot was het financiële
risico helemaal? Nul, bleek negen maanden later. Op 28 november
1990 liepen Theo en hij in een grote menigte achter
haar kist naar een mooie plek op Zorgvlied. Vijf dagen eerder
had ze afscheid genomen van haar zus Gerda en neef
Maurits en haar laatste drank gedronken. De wereld werd
een stuk stiller.