(Fragment) Machtsovername
Wat zijn uw plannen?' vroeg Grimbert Rost van Tonningen.
'Plannen?' herhaalde Hans. 'Zorgen voor de bladen die ik onder mijn hoede heb. Vrij Nederland, Opzij, onzeWereld en Ons Amsterdam. Zorgen dat er met plezier gewerkt wordt in het bedrijf. En proberen de winst van de uitgeverij nog wat verder op te krikken. In die volgorde.'
Vooral het op de laatste plaats zetten van winst was een gevaarlijke uitspraak, hij wist het. Maar hij was in een tegendraadse stemming.
Rost van Tonningen behoorde tot het legertje van organisatieadviseurs en interim-managers dat steeds vaker door overheidsorganen en bedrijven werd ingeschakeld om visies te ontwikkelen en besluiten te nemen waar de directie eigenlijk zelf voor ingehuurd was en betaald werd.
Een zwaktebod had het Hans altijd geleken. Wat heb je aan iemand die even rondneust in een bedrijf, een te hoog uurloon heeft om echt tijd te besteden aan feiten, cijfers en personele bezetting en één ding zeker weet: hij mag nooit tot de conclusie komen dat de organisatie eigenlijk wel aardig draait. Want dan is de paar ton die hij kost verspild geld geweest.
Een duurbetaalde selffulfilling prophecy was het inschakelen van zo'n man dus eigenlijk. En de bestuurders die ervoor kozen gaven zichzelf een brevet van onvermogen. Rost van Tonningens bedrijf Adstrat was door de Raad van Commissarissen van de Weekbladpers gevraagd te adviseren bij de opvolging van vertrekkend Groepsdirecteur Theo Bouwman. En hij deed nu de ronde bij alle werkmaatschappijen. Weekbladpers Tijdschriften waar Hans werkte, met Vrij Nederland en Voetbal International als vlaggenschepen. De Arbeiderspers en Querido die samen de boekentak van het bedrijf vormden onder de verzamelnaam Singel 262. En de nieuwe loten aan de stam: vakbladenuitgeverij Nijgh en Van Ditmar en educatieve uitgeverij Zwijsen. Hij lichtte de directies door, vermoedelijk om te kijken of er een geschikte opvolger voor de scheidende Groepsdirecteur bij zat.
'De strategie naar uw doelen ontwikkelen en realiseren is onze core business,' deelde Adstrats folder de potentiële klanten mee. 'Een "architect" van Adstrat gaat met u en uw mensen op zoek naar de wijze waarop de positie en kracht van uw organisatie kan worden benut om uw doelen te bereiken.' De dikkige vijftiger met beginnende wangzakken die tegenover hem zat, zag zichzelf vermoedelijk als de belichaming van dit betuttelende proza. Hij keek in elk geval alsof hij er in geloofde.
'Rost van Tonningen?' had verbaasd geklonken door de wandelgangen van de Weekbladpers toen bekend werd dat de Raad van Commissarissen besloten had deze adviseur aan te trekken. 'Rost van Tonningen, is dat niet...?'
'Ja, de zoon van...'
'En zijn moeder?'
'Inderdaad, de Zwarte Weduwe.'
'Je kan de zoon niet verwijten wat de vader gedaan heeft.
Maar toch, hoe komen we er in vredesnaam bij om iemand in te huren uit die familie?'
Het ondergrondse oorlogsverleden van Vrij Nederland leefde nog volop in de Weekbladpers.
'Menco heeft hem gekozen.' En dat was een beslissend antwoord.
Herman Menco, de voorzitter van de Raad van Commissarissen had een getatoeëerd nummer op zijn arm, als aandenken aan enkele jaren Auschwitz. Als hij desondanks koos voor Rost van Tonningen dan moest die wel heel bijzondere kwaliteiten hebben en discussieerde niemand er meer over.
'Ik bedoel eigenlijk uw eigen plannen,' zei de grote, mollige man tegenover Hans.
Beiden hadden ze snel geconcludeerd dat ze elkaar niet lagen en hadden dat non-verbaal al uitgewisseld.
'O, ik heb geen specifieke eigen plannen,' zei Hans daarom opzettelijk luchthartig. 'Ik ben in 1988 tegelijk met Kees van Nijnatten uitgever geworden om Theo Bouwman te helpen. Kees deed de sportbladen en ik de cultuur- en opiniebladen. Het ging er in mijn geval vooral om Vrij Nederland weer uit het dal te trekken. Als u de moeite wilt nemen naar cijfers te kijken kunt u zien dat dat aardig gelukt is. Ik zou het vijf jaar doen, maar omdat het zo aardig liep hebben we vorig jaar besloten dat ik nog enkele jaren uitgever blijf, zolang ik in die functie nuttig kan zijn. En daarna doe ik een stapje terug en hoop in een andere rol tot mijn pensioen mijn salaris waar te maken. Een lager salaris, natuurlijk, als ik een stap terugdoe hoort dat erbij.'
'Hmm.' Rost maakte enkele korte aantekeningen.
'Hoe denkt u over de opvolging van Theo Bouwman als Groepsdirecteur?'
'O, dan lijkt Pieter de Jong me de meest voor de hand liggende,' zei Hans, 'hij is tenslotte al jaren de tweede man.'
Pieter was directeur van Singel 262, de boekentak van de Weekbladpers. Een lange, slanke, ambtelijk ogende man met veel grijze sierbeharing aan bovenlip en kin. Zijn ogen waren aan de vochtige kant en hij gaf een slappe hand, maar verder viel er niets tegen hem in te brengen. Met eindeloos geduld had hij in de afgelopen tien jaar geprobeerd de uitgeverijen Arbeiderspers en Querido op praktisch vlak wat beter met elkaar te laten samenwerken. Bijvoorbeeld bij drukorders en bij het benaderen van de boekhandels. Het was hem niet gelukt veel tot stand te brengen, maar er moest iemand zijn die het bleef proberen, en dat was zijn functie. Het hield naar Hans' idee zo weinig in dat Pieter makkelijk de rol van Groepsdirecteur erbij kon nemen. Zoals Theo Bouwman altijd die groepsrol had gecombineerd met zijn directiefunctie bij de tijdschriften.
'Kijk,' zei Hans, 'toen Kees en ik de bladen van hem overnamen verveelde Theo Bouwman zich snel en ging dan op zoek naar acquisities. Hij heeft ons achtergelaten met een lege kas en een groepje gekochte bedrijven die zeer uiteenlopen. We hebben niets met elkaar. Ik denk dat het goed zou zijn als jullie eens bekijken of het niet tijd wordt één of meer onderdelen af te stoten zodat er weer geld beschikbaar komt voor de plannen van de overblijvende werkmaatschappijen. Zoals het nu gaat zijn we op een doodlopende weg bezig.'
'Hmm,' zei Rost, en voegde enkele aantekeningen toe. 'Ik weet genoeg,' zei hij en stak een hand uit. Het voelde als de hand van Judas, bedacht Hans.