Bekende personages in Het Bedrijf
Het Bedrijf gaat primair over de tijdschriftenuitgeverij Weekbladpers en de werkers achter de schermen die zorgden voor het verschijnen en verkopen van bladen als Vrij Nederland en Opzij. Maar er liepen natuurlijk ook journalisten en andere bekende Nederlanders op het bedrijf rond en Hans Vervoort haalt ook aan hen herinneringen op. Achterin het boek staat een lijst van de personages, elk met een korte typering.
Enkele bekende namen:
Jan Blokker, Rinus Ferdinandusse, Harry Lammertink, Theo Bouwman, Theo Sontrop, Henk Hofland, Ron Kaal, Bert Bakker, Joop van Tijn, Rogier Proper, Herman de Coninck, Adriaan van Dis, Henk van Dorp, Frits Barend, Cisca Dresselhuys, Victor Halberstadt, Arend Jan Heerma van Voss, Liesbeth ten Houten, Pieter de Jong, Ary Langbroek, Ischa Meijer, Feike Salverda, Hendrik Jan Schoo, Hilda Verwey, Max van Weezel, Gerard van Westerloo, Jaap van der Zwan.
.
Bert Bakker -uitgever. Waar Bert Bakker vandaan kwam had hij niet gezegd, maar aan zijn slingerende hoofdbewegingen was te zien dat het ook in zijn geval een horecagelegenheid was. `Overal is over te praten...' gebaarde hij royaal en zijn paladijnen knikten ijverig. Na een halfuur vage woordenwisseling en enkele snelle biertjes nam jonge Bert hartelijk afscheid. `Naar de Snelbinder!' riep hij, maakte een beweging alsof hij een cape omsloeg en was vertrokken met zijn metgezellen.
Theo Bouwman - financieel adjunct-directeur, later algemeen directeur. `Ik ben kwiek, onvermoeibaar, ik dring snel tot de problemen door,' dat was zijn boodschap. Een stevig lichaam van matige lengte in een keurig pak, brede kaak, nieuwsgierige ogen, nette bruine lokken. Wat we ook te beraadslagen hadden, een oplossing moest binnen een kwartier te vinden zijn. Dat was zijn boodschap. (...) Je kon Theo altijd van ver horen aankomen. Zijn lach startte als de blaf van een grote hond en eindigde in een zachtaardig hèhèhè. Uit de verte hoorde je de lach dichterbij komen als hij deze en gene groette en de blaf liet horen, ongeacht wat er teruggezegd werd. Want Theo lachte ook graag om wat hij zelf zei. Het werd hem gegund, Theo was geliefd.
W.L. (Boebi) Brugsma - voormalig hoofdredacteur van HP. Hij had het uiterlijk van een gesoigneerde, wat oudere filmster. Hij was nog wel eens op de televisie te zien waar hij in vloeiend Frans, Duits of Engels lange vragen stelde aan buitenlandse politici, die er kort op antwoordden.
Herman de Coninck - dichter en hoofdredacteur van Het Nieuw Wereldtijdschrift. Een magere, kalende, overwerkte loodgieter zou je kunnen denken dat hij was, met vermoeide ogen achter grote brillenglazen. Hans mocht hem meteen.
Ton van Dijk - journalist Haagse Post. Een grote man met een snor en grint in zijn zware stem.
Adriaan van Dis - journalist en schrijver. `Ik wil alleen een salade, met niets erop,' zei Adriaan van Dis tegen de dienstdoende ober, en hij legde uit dat hij op dieet moest voor het komende televisieseizoen.
Henk van Dorp - redacteur Vrij Nederland. Henk zag eruit als iemand die het liefst de zomer zou doorbrengen in zijn volkstuin, maar hij liet sinds kort zijn baard een paar millimeter groeien. Het gaf hem de vermoedelijk bedoelde zwerversuitstraling, maar Hans keek daar graag doorheen.
Cisca Dresselhuys - hoofdredacteur Opzij. Opvallend makkelijk wond ze de mannelijke leden van de staf om haar vinger. Bij Jan Lansinga waren daarvoor maar enkele koekjes nodig uit de fraai beschilderde koektrommel die op haar ronde vergadertafel stond. Haar manier van praten deed Hans sterk aan Joop ter Heul denken, wat vreemd was omdat hij Cissy van Marxveldts boeken nooit gelezen had. Cisca zei niet: `Ik was naar je op zoek,' Cisca zei: `Ik was naarstig naar je op zoek.'
Rinus Ferdinandusse - hoofdredacteur Vrij Nederland. Hij was een kleine man, massiever gebouwd dan je op het eerste gezicht dacht. Op zijn hoofd een onstuimige bos golvend haar, de Abe Lenstra van de journalistiek. Met alerte donkere kraalogen sloeg hij elke beweging van zijn gast gade, ook zijn gezicht stond op interesse. Het was een warme junidag en hij had zijn das afgedaan en enkele knopen van zijn lichtblauwe overhemd geopend. Een royale portie krullend donker borsthaar was te zien. Zou Rinus ermee willen pronken? Dat moest haast wel, Rinus was niet iemand die zomaar iets deed. Hans had zelf geen borsthaar en was daar tot nu toe niet rouwig om geweest. Maar als een opinieleider als Rinus ermee te koop liep zou het misschien toch een gemis zijn.
Victor Halberstadt - commissaris. Hij was een jaar of veertig en droeg een rond hoofd van Latijns-Amerikaanse makelij waarvan hij de snel kalende schedel met zoveel mogelijk van het resterende haar bedekte. Halberstadt loenste. Hij leunde permanent naar Menco die hij steeds fluisterend souffleerde, terwijl hij met zijn ene oog de rechterhelft van het gezelschap bekeek en met zijn linkeroog de andere helft.
Arend Jan Heerma van Voss - hoofdredacteur Haagse Post. Arend Jan was een zorgelijk persoon, in zijn grote vroegkale hoofd stonden dan ook de droefgeestigste ogen van het westelijk halfrond.
Henk Hofland - journalist. Hans zag hoe Hofland zich naar de uitgang begaf, met de voorzichtige tred van de aangeschotene. Hij morrelde aan de schuurdeur maar kreeg die niet open. Nog een keer geprobeerd, maar weer zonder resultaat. Toen zag Hans hem nadenken en een besluit nemen dat even geniaal als simpel was. Hij posteerde zich terzijde van de voor hem te ingewikkelde deuren en ging staan wachten.
Aukje Holtrop - redacteur Vrij Nederland. Zij had voor een vrouw een formidabele lengte en fietste Hans geregeld met grote snelheid voorbij als hij op weg was naar kantoor. Ze woonde bij hem in de buurt, maar hij kende haar niet.
Liesbeth ten Houten - uitgeefster Leopold-kinderboekenfonds. Een lieve vrouw met het brave hoofd van een uit de orde gestapte en in de zorgsector belande non.
Pieter de Jong - directeur Singel 262. Hij was een lange magere veertiger met grijswit haar en dito baard en snor. Een geschiedenisleraar had hij kunnen zijn, of conservator van een museum, iets in de buurt van een artistiek beroep maar dan toch aan de organisatorische kant. Hij had blauwe, enigszins waterige ogen, en tegen de achtergrond van zijn grijze sierbeharing waren zijn lippen wat te rood en te vochtig.
Ron Kaal - hoofdredacteur Filmfan, later Haagse Post. Ron was zo kaal dat menigeen dacht dat zijn naam een zelfbedacht pseudoniem was. Totdat je merkte dat zelfspot niet zijn sterke punt was. (...) Ron neigde naar corpulentie en had een olijfkleurige, wat vettig ogende huid. (...) Met een paar goed geplaatste sneren en een laatdunkende blik vanachter de dikke rookwolken van zijn sigaar liet hij de bezoeker weten dat die niets wist van de vele geheimen van het maken van een tijdschrift. Ik wel, zei diezelfde blik. Misschien was dat ook wel zo.
Ary Langbroek - directeur-uitgever Querido. Uitgesproken Kerido, zoals uitgever Ary Langbroek niet naliet te benadrukken. (...) Ary Langbroek zat erbij, als altijd voorzien van flamboyante bretels. (...) Hans keek hem aan en zag Ary's ogen twinkelen. De uitgever was niet van plan zich ooit iets aan te trekken van Pieters geduw en getrek, maar was diplomatiek genoeg om dat niet openlijk te zeggen.
Ischa Meijer - journalist. De deur ging open en Ischa Meijer kwam naar buiten. Hij keek snel naar Hans en zocht in zijn geheugen of hij diens portret in zijn galerij prominenten had staan. Nee, rapporteerden zijn hersens, dit is een onbelangrijk personage. Maar hij was er niet helemaal zeker van en hij gaf Hans een klein, bijna onmerkbaar knikje voordat hij wegliep.
Herman Menco - voorzitter Raad van Commissarissen. Een kleine, stevig gebouwde vijftiger met het gezicht van een clown: opengesperde ogen en een dik aangezette lachende mond. In tegenstelling tot de opgewekte aanblik die hij gaf was hij een ongemakkelijk mens, had Hans wel eens gehoord. Maar het was bekend dat Menco als jongeman Auschwitz had overleefd en het getatoeëerde nummer op zijn arm droeg. Wie zo'n verleden had mocht zijn hoe hij wilde, was de algemene opvatting. En Menco's knorrige uitvallen werden hem makkelijk vergeven.
Joop Niezen - hoofdredacteur Voetbal International. Joop Niezen was een vlezige man met een snel verhit rakend hoofd en een stevige bos haar. Zijn vierkante kin had in de loop van de tijd een onderkin gekregen en ook de rest van zijn lichaam was behoorlijk uitgedijd nadat zijn voetbalcarrière voorbij was.
Kees van Nijnatten - hoofd oplaagexploitatie, later uitgever sportbladen. Kees nam de dingen zoals ze kwamen. Vielen ze tegen dan lachte hij zijn teleurstelling weg. Als Kees grijnsde kneep hij zijn ogen samenzweerderig dicht. Dan glimlachte je vanzelf mee.
Rogier Proper - redacteur Propria Cures. Hij was een kleine Jongeman met een royale bos donker krulhaar, een uilenbril en een snor en sikje die zijn verrassend wulpse lippen aan het oog probeerden te onttrekken. Hij straalde een constante stroom scepsis uit.
Martin Ros - hoofdredacteur De Arbeiderspers. De naam Martin Ros zei Hans niets, maar het was kennelijk iemand die niet zo makkelijk enthousiast raakte over een boek.
Hendrik Jan Schoo - initiatiefnemer van het blad Issue. Een rijzige dertiger met een diepe betoogstem.
Rob Sijmons - redacteur Vrij Nederland en cwv-voorzitter. Rob oogde met zijn bril, lange baard en open sandalen als het prototype van de mierenneukende geitenwollensokkendrager, maar in de praktijk van het besturen was hij opvallend behendig en pragmatisch.
Hans Smits - cwv-voorzitter. Een waakzaam ogende, maar minzaam formulerende VN-redacteur.
Theo Sontrop - directeur-uitgever Arbeiderspers. Theo Sontrop was een kleine, met weinig zorg gebouwde man. Ook aan zijn hoofd was weinig aandacht besteed, een klerkenhoofd met wijde oren die zijn hoofd een verbaasde uitdrukking gaven, een bril en kalend haar van onbestemde lichte kleur.
Ursula den Tex - cwv-bestuurslid en redacteur Vrij Nederland. Haar brillenglazen waren van dik jampotjesglas, haar blauwgrijze ogen zwommen erin rond en ze deed Hans vaak denken aan de tekenfilmfiguur Magoo, die met zo'n zelfde bril op vrijwel nietsziend rondliep over bouwplaatsen en verkeerspleinen, zonder zich als door een wonder ooit te bezeren.
Hilda Verwey - commissaris. Ze was zeventig, een beroemde feministe en sociologe. Ze had de verhoornde hoofdhuid van een komodovaraan en hield zich ook even roerloos. Maar Hilda Verwey oogde niet wreed, eerder mild luisterend. En als zij iets zei, een zeldzaamheid, dan liet ze een aangename stem horen, een nette omastem. Het was de eerste keer dat Hans haar zag. Ze oogde formidabel.
Ruud Vreeman - winnaar cwv-prijs. De prijswinnaar was een tamelijk lange en zeer beleefd ogende dertiger met bril en dekkend haar.
Max van Weezel - VN-redacteur. Een bleke, bebrilde, zacht pratende jongeman. Onder de hoede van Joop van Tijn was hij bezig zich in te graven in het Haagse politieke circuit en hij had al laten weten binnenkort belangrijker zaken te doen te hebben dan het democratisch gebeuren in het bedrijf. Dat speet hem wel, voegde hij eraan toe, maar je kon horen dat hij het niet echt meende. Niemand nam hem dat kwalijk, wat was er leuker en spannender dan met Joop van Tijn de Haagse elite uit te horen?
Gijs van de Westelaken - redacteur Haagse Post. Hij was een rijzende ster bij HP, een slanke jonge man met halflang haar en nadenkende ogen.
Gerard van Westerloo - VN-redacteur. Uit een beschrijving van een bedrijfsvoetbaltoernooi: Gerard van Westerloo betrad luid wijzend het strijdperk, goochelde even achteloos met de bal en zocht meteen naar adem happend de bank op.
Jaap van der Zwan - vormgever. Hij behoorde tot de linkervleugel van de productieafdeling. Anders dan zijn geleerde broer Arie was hij gewend zich volks uit te drukken. Niemand zou kunnen zeggen dat hij zijn eenvoudige afkomst als zoon van een Scheveningse visser verloochende.