(Fragment) Hoe Adriaan van Dis toch geen hoofdredacteur van HP werd
(In 1984 verleende de Weekbladpers uitgeversdiensten aan de Haagse Post, maar in de recessie van de jaren tachtig kwam het blad in de gevarenzone. Theo Bouwman, directeur van de Weekbladpers, greep in.)
Ondanks alle inspanningen bleef de oplage van HP achteruit hollen, de losse verkoop was teruggelopen tot beneden de 10.000 terwijl die nog een paar jaar eerder royaal 20.000 bedroeg. En de abonementenstand was gedaald tot beneden de 20.000 en dat was 30.000 geweest.
"Ik ga met de redactie praten," zei Theo Bouwman, "Het enige wat erop zit is dat ze de redactieformule opnieuw bekijken. Het moet anders. En als ze dat niet willen moeten we misschien stoppen met HP."
Hij liep tegen een muur op, de redactie weigerde in eerste instantie na te denken over de formulewijzigingen die hij had geopperd. Vervolgens zegde hij het contract voor de dienstverlening aan het blad op, want het had geen inkomsten genoeg meer om die te betalen.
Nu werd het menens, begreep de redactie en na enige tijd ontstond er toch ruimte voor overleg. De redactie benoemde een werkgroepje dat zou gaan beraadslagen over de mogelijkheden. Eindredacteur Gijs van de Westelaken werd namens de redactie afgevaardigd, en verder bestond het groepje uit ex-hoofdredacteur en columnist W. (Boebi) Brugsma, columnist Henk Hofland en Adriaan van Dis die jarenlang de Z-bijlage van NRC had beheerd en in de afgelopen tijd bekende Nederlander was geworden dankzij zijn televisie-programma "Hier is...Adriaan van Dis." Theo vroeg Hans om er namens de Weekbladpers bij te zijn en de redactie-adviseurs te voorzien van gegevens over de lezerskring, als ze daar behoefte aan hadden.
Ron Kaal, de zittende hoofdredacteur, zou de bijeenkomst niet bijwonen. Hij had wel de keuze gemaakt van de plek: de breinstorm vond plaats in een chambre séparée van restaurant Beddington. Wat te doen? zou de centrale vraag zijn.
Beddington was een van de meest trendy restaurants in die jaren en vrijwel onvindbaar, want trendy restaurants van die tijd zetten hun naam niet op de buitenkant.
Hij voelde zich het vijfde wiel aan de wagen. Van redactionele formules had hij geen verstand en het was bij de Weekbladpers trouwens ondenkbaar dat iemand uit de commercie zich over redactionele zaken zou uitlaten. Hij zat er dus stil bij terwijl Brugsma, Hofland en Van Dis anekdotes uitwisselden en af en toe nipten aan het eigenlijke onderwerp: hoe verder met de Haagse Post?
Hij kende geen van hen vier persoonlijk. Gijs van de Westelaken was een rijzende ster bij HP, een slanke jonge man met halflang haar en nadenkende ogen. Brugsma, voormalig hoofdredacteur van HP had het uiterlijk van een gesoigneerde, wat oudere filmster. Hij was nog wel eens op de televisie te zien waar hij in vloeiend Frans, Duits of Engels lange vragen stelde aan buitenlandse politici, die er kort op antwoordden. Hofland had hij eerder gezien en herkend van de achterflap-foto's van zijn boeken. Dat was op een jubileumfeest van Haagse Post, enkele jaren eerder. Het partijtje vond in een grote verbouwde boerenschuur plaats, waarvan de hoge en brede voordeuren intact gelaten waren. Hans stond met een biertje in de hand naar de menigte te kijken toen hij zag hoe Hofland zich naar de uitgang begaf, met de voorzichtige tred van de aangeschotene. Hij morrelde aan de schuurdeur maar kreeg die niet open. Nog een keer geprobeerd, maar weer zonder resultaat. Toen zag Hans hem nadenken en een besluit nemen dat even geniaal als simpel was. Hij posteerde zich terzijde van de te ingewikkelde deuren en ging staan wachten. En inderdaad, binnen enkele minuten kwam een jonge journalist aanlopen met zijn vriendin voor deze nacht. Hij keek naar het slot, lichtte met een simpel handgebaar de klink en begaf zich met haar naar buiten, op de voet gevolgd door de columnist. Hans had het altijd onthouden als een voorbeeld van hoe iemand slim kan zijn als zijn hersens eigenlijk niet meer functioneren. Het grappige was dat Hofland zich de scène vermoedelijk zelf helemaal niet zou kunnen herinneren.
Fraai gestileerde maar bijzonder kleine voedselhapjes werden door stille obers van Beddington de chambre ingedragen. Ron Kaal had ook het menu gekozen, bleek nu. "Ik wil alleen een salade, met niets er op," zei Adriaan van Dis tegen de dienstdoende ober en legde uit dat hij noodzakelijk een dieet moest volgen voor het komende televisieseizoen. Voor de calorieën had hij het eigenlijk niet hoeven laten want de tournedos bruxelles kon in één hap genuttigd worden. Elke keer als een wijnglas halfleeg was werd het vrijwel ongemerkt weer bijgeschonken zodat niemand enig idee had hoeveel hij naar binnen had gewerkt.
Hans, een biermens, voelde zich al snel wazig worden, ook al dankzij het gebrek aan degelijk voedsel, en verdubbelde zijn inspanning om bij de les te blijven. Ron Kaal had al aangekondigd dat hij in elk geval zou aftreden als hoofdredacteur, om een nieuwe koers en opzet van het blad mogelijk te maken. Sjiek van Ron, vond iedereen. Goeie kerel, en zeker een vakman, maar wel een erg koude kikker.
"Als ik het vergelijk met Bert Vuijsje," vertelde Hofland, "die belde me wel eens op, een dag voordat ik mijn column moest inleveren. Even vragen hoe het ging, een compliment voor de vorige column. Dat werkt, dan ga je met plezier aan de slag. Ron heeft dat niet."
Hans kon zich er wel wat bij voorstellen. Het diner liep ten einde zonder dat iemand iets had kunnen bedenken wat de moeite van het onthouden waard was. Eigenlijk was er niet veel mis met de formule van het blad, was de communis opinio. Er zou wat meer lijn in kunnen komen en wat meer ankerpunten, vaste favoriete plekken waar de lezer wekelijks even aanlegde om bij te tanken. De journalisten hanteerden deze termen met ironie en hoorbaar tussen aanhalingstekens want ze waren afkomstig van commercieel denkende bladenmakers. Maar ze gaven toe, HP hing soms een beetje als los zand aan elkaar. Iets meer lijn zou kunnen helpen. Maar welke lijn?
Toen Brugsma zich met een volle blaas even verwijderde keken Adriaan van Dis en Gijs van de Westelaken elkaar aan: "Zag je zijn nagels?" "Het komt door de paarden." Hofland zag Hans verbaasd kijken en legde uit dat Brugsma zich na zijn pensioen vooral bezig hield met het fokken van paarden en niet te beroerd was om zelf ook de stallen schoon te maken.
Toen Brugsma terugkwam bleef hij bij de tafel staan. "Ik moet naar huis terug, het is nog een heel eind," zei hij, en wees vervolgens naar Adriaan van Dis. "Ik stond te denken: waarom word jij geen hoofdredacteur?"
"Dat is een goed idee," reageerde Hofland onmiddellijk en ook Gijs en Hans zagen ineens licht in de duisternis. Van Dis was dankzij zijn televisieprogramma heel bekend geworden en Haagse Post had nu een beroemdheid nodig om lezers te trekken. En hij had heel lang gewerkt als journalist en eindredacteur bij NRC, dus wat wilde je nog meer? De formule kwam vanzelf wel als Adriaan eenmaal de leiding had.
"Ho ho, ho ho," riep van Dis verschrikt, "ik had heel andere plannen. Ik heb nu twintig jaar in de journalistiek gezeten. En de rest van mijn jaren wil ik schrijven."
Het klonk als de droom van elke journalist, wie heeft er in die professie niet een nog af te maken roman in een bureaula liggen? Maar als Adriaan zag wat een kans hem hier op een presenteerblad werd aangeboden zou hij zich nog wel eens bedenken.
Zodra Brugsma z'n hielen gelicht had viel het gesprek stil. Van Dis dacht na, Hofland soesde weg.
"Ik heb jou een paar jaar geleden gezien," zei Gijs van de Westelaken ineens tegen Hans, "en ik schrok. Je was zo mager geworden, dat ik even dacht dat je kanker had. Nu zie je er weer goed uit. Wat was er aan de hand?"
Hans aarzelde. Hij was verrast dat Gijs die herinnering bewaard had. "Ik had liefdesverdriet," zei hij ten slotte, "ik wist me geen raad." Nu werd Hofland nieuwsgierig.
"Je was toch getrouwd?"
"Ja," zei Hans, "dat maakte het juist zo moeilijk"
"Maar je bent toch hoop ik niet uit je huwelijk gestapt?" vroeg Hofland. Hans had wel eens gelezen over Hoflands moeilijke echtscheiding en was getroffen door zijn opmerking.
"Nee, nee," zei hij haastig, "ik ben gebleven."
"Goed zo," zei Hofland, "dat is verstandig."
Er volgden nog twee bijeenkomsten en in de eerste probeerden ze met z'n drieën Van Dis te bewegen van zijn literaire plannen af te stappen. Hans zond hem later nog een brief om uit te leggen dat het naar zijn eigen ervaring ook wel mogelijk was om af en toe een boek te schrijven náást het werk. Van Dis schreef een vriendelijke maar kordate reactie terug: hij wilde niet.
Bij de derde bijeenkomst kwam Gijs van de Westelaken ineens met een uitgeschreven plan voor een nieuwe redactionele opzet. Het was niet heel revolutionair en dus haalbaar voor de redactie en net afwijkend genoeg om ook voor de uitgever een nieuw zakelijk perspectief te bieden. In rap tempo en met een zucht van opluchting schaarde de commissie zich achter het plan en vervolgens ook de redactie. John Jansen van Galen zou het roer overnemen van Ron Kaal, bleek daarna.